Dit boek is een uitgave van Solidarity for All, coöperatieve Het Groot Ongelijk en de Peter Pauwels Campagne. Dat is geen toeval. Peter Pauwels was een van de belangrijke initiatiefnemers van Solidarity for All, was het Groot Ongelijk zeer genegen en lanceerde het idee om met regelmaat collectief uitstappen te organiseren rond de thema’s fascisme, nazisme, racisme, discriminatie en verzet er tegen.
Toen bekend werd dat Peter ongeneeslijk ziek was, pikten vrienden dat idee op en lanceerden maandelijks een uitstap. Ze noemden dat als hulde de ‘Peter Pauwels Campagne’ en bezoeken gingen onder meer naar de Dossin-Kazerne, Breendonk en een tiental andere plekken waar onderdrukking en dus het verzet zich tijdens WOI en WOII manifesteerden. Bij elke uitstap hoort een uitgebreide brochure, verzorgd door Danny Carleer, waarvan een deel voor dit boek herwerkt werd.
Solidarity for All
Voor Peter sloot het idee van dergelijke uitstappen naadloos aan bij zijn engagement voor Solidarity For All dat werd opgericht in 2015. Geconfronteerd met de toenmalige vluchtelingencrisis – die eigenlijk een crisis moet genoemd van de opvang van vluchtelingen en het resultaat was van het westers internationaal beleid – staken een aantal mensen de koppen bij elkaar en lanceerden de campagne ‘Wij gaan naar Calais en nemen mee…’. In Calais waren duizenden vluchtelingen aangestrand na een lange en zware tocht uit verre oorden als Irak, Afghanistan, Libië of dieper vanuit Afrika. Ze ontvluchtten oorlog en ontbering en hadden de halve wereld en heel Europa doorkruist op gevaar voor eigen leven, in de hoop het Verenigd Koninkrijk te bereiken waarover ze zich allerlei illusies maakten of waar ze familie hadden. De Franse overheid had al in 2002 het opvangcentrum in Sangate gesloten omdat het ‘vluchtelingen zou aantrekken’. Bij de daaropvolgende crisis beperkte de staat zich – Friedrich Engels indachtig – als een bende gewapende mannen tot repressie en het stelselmatig ontruimen van de organisch gegroeide kampen. Maar niet alleen de overheid was afwezig in de opvang; behalve wat lokale initiatieven bleven ook de grote NGO’s afwezig. Het initiatief voor de campagne ‘We gaan naar Calais…’ kwam van twee Antwerpse vrouwen, Annemie Verbeiren en Inge Van Bakel, die de hele zomer machteloos de media hadden gevolgd en hun frustratie en woede om het onrecht wilden omzetten in actie. Aanvankelijk was het een bescheiden initiatief: met een Renault Twingo volgeladen met wat slaapzakken, warme sokken en een oude tent zouden ze naar Calais rijden. Maar dankzij sociale media en het netwerk rond facebookgroepen en acties als Slechte Vlamingen en Burger Opstaand, groeide de groep snel en kregen ze respons uit heel Nederlandstalig België. Van in Peer tot Veurne werden tenten, slaapzakken en winterkledij ingezameld en engageerden mensen zich om mee te helpen. De campagne had duidelijk gemaakt dat er brede solidariteit bestond met vluchtelingen en dat die solidariteit ook kon gemobiliseerd worden als ze laagdrempelig werd gehouden. ‘Kijk eens in je kelder, op zolder of in je kleerkast,’ dat vatte het wat samen. Een eerste konvooi was een enorm succes: meer dan 200 activisten uit verschillende regio’s in België trokken naar Calais in konvooien van ongeveer 120 voertuigen waaronder twee tientonners en vijf grote bestelwagens en brachten 275 kubieke meter hulpgoederen.Na dat geslaagd weekend werd duidelijk dat een eenmalig konvooi niet zou volstaan en werd Solidarity For All opgericht. Er volgden nog veel konvooien waarbij de klemtoon op het wat vergeten Grande-Synthe nabij Duinkerke werd gelegd en andere hulpacties waarbij Peter Pauwels een grote rol speelde, onder meer in Brussel aan het Maximiliaanpark, in Koksijde en Zeebrugge.
Solidarity for All keerde zich tegen louter caritatieve hulp. Er werd gezocht naar manieren om de vluchtelingen te betrekken en een proces van politisering kwam quasi vanzelfsprekend op gang. Er werd ook politieke actiegevoerd, betoogd en Solidarity For All slaagde erin te wegen op het publieke debat rond de opvangcrisis en de houding ten opzichte van oorlogsvluch-telingen.
Oorlog en vrede
Al snel werd de link gelegd met het Belgisch en meer algemeen westers buitenlands beleid. Belgische F16’s waren actief in Afghanistan, Irak, Libië en later Syrië en daar kwamen niet toevallig de meeste vluchtelingen vandaan.
Acties voor vluchtelingen werden zo ook acties voor vrede en tegen de oorlogen en dus tegen de wapenindustrie en het vijanddenken. Er werd ook een link gelegd met die andere oorlogsvluchtelingen: onze ouders en grootouders die tijdens WOI en WOII het geweld en de onderdrukking ontvluchten en soelaas vonden in onze buurlanden. In 1914 werden meer dan een miljoen Belgische vluchtelingen opgevangen in Nederland. De vluchtelingen werden aanvankelijk opgevangen bij particulieren en genoten grote solidariteit. Later bouwde de Nederlandse overheid voor hen kampen, dorpen, kerken, scholen en ziekenhuizen.
Er trokken ook tienduizenden Belgen de Franse grens over. Ze werden warm onthaald door de Franse overheid en solidari-teitscomités en kwamen vooral in Normandië en Parijs terecht. Zowel in Nederland als Frankrijk konden de vluchtelingen al snel aan de slag in de landbouw of industrietakken die leden onder de mobilisatie. Ze konden dus bijdragen aan de economie en hun integratie indien de oorlog lang zou duren.
Dat scenario herhaalt zich min of meer een kwarteeuw later. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog sloegen zowat vier miljoen Belgen op de vlucht, zowat de helft van de toenmalige burgerbevolking. Veel daarvan waren ontheemd in eigen land, maar een deel zocht ook de toevlucht naar de buurlanden.
Solidariteit is een wapen
Peter en zijn vrienden en kameraden zagen steeds duidelijker het verband tussen de komst van oorlogsvluchtelingen, de onwil om hen degelijk op te vangen en het gevoerde politieke discours en beleid. Ze werden zelf geconfronteerd met toenemende oorlogsdreiging waarvoor ze in 2014 al oog hadden, leerden uit hun contacten met Koerdische vluchtelingen over de verwer-pelijke praktijken van NATO-bondgenoot Turkije, hoorden uit eerste hand over de concrete gevolgen van de Belgische bombardementen op Libië en de slavenmarkten die er ont-stonden. Ze informeerden zich over eerdere slachtoffers van het opvangbeleid, zoals de Nigeriaanse Semira Adamu. Zij was in Brussel woordvoerster van vluchtelingen en mensen zonder pa-pieren nadat ze haar land was ontvlucht omdat ze weigerde uitgehuwelijkt te worden aan een 65-jarige man. In 1998 werd ze – na 5 mislukte uitzettingen waartegen ze zich met succes had verzet - door rijkswachters op het vliegtuig gedood door verstikking. In 2018 werd Solidarity for All midscheeps getroffen door het overlijden van Mawda Shwari. De Koerdische ouders van deze tweejarige peuter waren in 2015 Irak ontvlucht, hadden in Duitsland asiel aangevraagd en wilden naar hun familie in het Verenigd Koninkrijk. Zo kwamen ook zij in Grande-Synthe terecht. In een poging om zich via België in een vrachtwagen naar het VK te laten smokkelen, werd de bestelwagen waarin ze zaten door Belgische agenten achtervolgd en beschoten. Mawda werd tijdens die achtervolging getroffen door het schot van een agent en overleed aan de verwondingen. Dankzij de contacten en het netwerk dat Solidarity for All in Grande-Synthe had opgebouwd, waren ze al op 17 mei 2018 – de dag van het overlijden – op de hoogte van de gebeurtenissen en de details. Groot was dan ook hun verontwaardiging toen ze daarop de officiële verklaringen hoorden van de politie, het parket en het comité P. Het parket van Doornik deelde namelijk mee dat er weliswaar een dodelijk slachtoffer was gevallen, maar de parketwoordvoerder verklaar-de dat het tweejarig meisje overleden was aan een hoofdletsel, vermoedelijk een schedelbreuk. Hij zei ook dat de politie geen schoten had gelost. Later die dag volgde een eerste ‘rechtzet-ting’: de politie had wel degelijk geschoten maar zonder iemand te raken. Volgens de parketwoordvoerder had het Comité P reeds vastgesteld dat de politieagenten geen verantwoordelijk-heid trof voor de dood van het meisje. Als alternatieve verklaringen suggereerde hij ziekte, de schok van het ongeval of een slag op het hoofd toegebracht door een inzittende. Er werd zelfs hardop gesuggereerd dat de ouders hun kind als stormram hadden gebruikt om een raam in te beuken of dat ze Mawda uit het raam hadden laten bengelen om de politie af te schrikken of kogels op te vangen. Dit onversneden racisme en de flagrante leugens van de politie, parket en politieke verantwoordelijken schokten Solidarity for All dermate dat ze nauwelijks enkele dagen later een persconferentie organi-seerden waar de ouders van Mawda het woord konden nemen en de feiten op een rijtje zetten. Hierbij werden de leugens van de overheid ontkracht en weerlegd en het debat geframed. In weerwil van Bart De Wever die de ouders als schuldigen aanduidde, waren zij en Mawda duidelijk en weldegelijk slachtoffers van het repressiebeleid en de jacht op vluchtelingen waarmee het ‘Plan Medusa’ van Jan Jambon het startschot had gegeven.
Verzet
Het onverholen racisme dat bleek uit de uitspraken van politie en parket, het virulente nationalisme van rechtsextremistisch poli-tieke partijen, de onmenselijke behandeling van vluchtelingen omwille van hun afkomst of religie, de talrijke incidenten met neonazi’s in eigen land en hun onmiskenbare rol bij de oorlogs-dreiging in Oekraïne, de discriminatie van minderheden in het onderwijs, op de arbeidsmarkt en bij huisvesting, de militari-sering van onze maatschappij en de verrechtsing zoals die bleek uit verkiezingsuitslagen en peilingen, maakte het project van de Peter Pauwels Campagne en het actualiseren van de herinnering aan wat nazisme in de praktijk concreet betekend heeft, relevanter dan ooit. Dat had Peter Pauwels goed begrepen.
Daarom hebben we de campagne ook opgestart en wordt die verdergezet. Onder meer met steun van het project Stoorzender Avanza Oost-Brabant, Solidarity for All en Het Groot Ongelijk wordt momenteel gewerkt aan een actualisering. Het opzet is om de diverse uitstappen ook digitaal aan te bieden. De diverse uitstappen zullen geschikt zijn als wandeling of fietstocht, ter plekke aangeduid worden met QR-codes en de informatie zal beschikbaar worden gesteld in de vorm van podcasts. We willen de ervaring hiermee op maat beschikbaar stellen voor individuen of gezinnen of kleinere groepen als het hen zo uitkomt. En we hopen door samenwerking met scholen en jeugdbewegingen ook de jeugd te betrekken. Dat het parcours telkens beschikbaar zal zijn op smartfoon en de podcasts een moderne vorm krijgen, kan daarbij helpen. Op verschillende locaties voorzien we ook acties rond de huidige oorlogsvluchtelingen zodat de cirkel rond is.
Want er is – helaas – geen breuk tussen heden en verleden en de dynamieken die geleid hebben tot WOI en WOII zien we ook vandaag weer volop actief. Het is noodzakelijk om daartegen een breed front te organiseren, de herinnering wakker te houden en herhaling te vermijden.
Want zoals Bertolt Brecht opmerkte:
So was hätt einmal fast die Welt regiert
Die Völker wurden sein Herr, jedoch
Dass keiner uns zu früh da triumphiert –
Der Schoß ist fruchtbar noch, aus dem das kroch!